Anno 1914: Villa Buitenlust
Locatie: C.N.A. Looslaan 1
Buitenplaatsen langs de Straatweg
Boeren, burgers en buitenlui
In de negentiende eeuw werd de invloed van het groeiende Rotterdam steeds groter. Langs de Straatweg verrezen flinke buitenplaatsen: de zomerverblijven van rijke koopmansfamilies. Er werden grote buitenhuizen gebouwd met mooie oranjerieën en siertuinen. Deze droegen zeker bij tot het aanzien van Hillegersberg. Het behoud van de plassen bleek nu een groot voordeel te zijn en zijn dat tot op de dag vandaag gebleven. Vanaf de Kleiweg tot aan de huidige Dorpsstraat zijn er zeker vijftien buitenplaatsen geweest. De Straatweg dankt daaraan de grote kavels met veel groen die er nog altijd aanwezig zijn en het karkater bepalen.
Herenhuizen worden theeschenkerijen
Later raakten de buitenplaatsen echter in verval. Pas na 1880 keerde de welstand terug, te oordelen aan de nu nog bestaande grote herenhuizen. Vaak werden de buitens in gebruik genomen als theeschenkerijen met speeltuinen en werden daarmee een geliefd doel voor een uitje van de van Rotterdamse bevolking. Eén van de populaire tuinen was De tuin van Vrouwe Romein. Zij begon in 1880 een theeschenkerij in haar achtertuin op het terrein van de voormalige buitenplaats Lommerrijk. Iets verderop lag de theetuin Tivoli en daarachter het wat chiquere Jardin de Plaisance. De grootste uitspanning was de tuin van Freericks aan de Bergse Dorpsstraat. Er was een speeltuin met draaimolen, hobbelpaarden, waterfietsen en roeiboten, een wandeltuin en een “Chinees paviljoen” op de landtong. In de voormalige villa Buitenlust werd in 1914 de theeschenkerij van C.N.A. Loos gevestigd. In 1922 begon hij met de aanleg van een groot recreatiepark aan de Berse Achterplas: het Plaswijckpark.
Plassen van plezier
Naar mate de stad groeide, werd Hillegersberg ook steeds meer een belangrijk recreatiegebied voor de stedelingen. De Bergse Plassen groeiden uit tot een geliefde bestemming op zomerse dagen, niet in het laatst door de uitspanningen die in voormalige buitenplaatsen werden gevestigd. Vanaf 1882 reed een paardentram vanuit de stad over de Bergweg naar eindpunt Tivolibrug. De tram bracht de mensen naar de plassen, 's zomers om er te varen en 's winters om er te schaatsen.
De uitspanningen beschikten over een uitgebreide vloot van roeibootjes en kano's. Vanaf die tijd werden ook de landtongen en eilandjes in de plas ontdekt en stap voor stap in gebruik genomen als zomerverblijf. De eens zo kale graseilanden transformeerden langzaam in de huidige begroeide recreatie-eilanden.